Jack-legs

9 oktober 2011 - Senggigi, Indonesië

Iedere stap die we zetten zakken we weer 3/4 stap terug in het losse gravel, en iedere stap wordt de helling ook nog eens steiler. Wat is die pokkeberg toch hoog. Met ongeveer 5 graden celcius en een harde wind is het de eerste keer dat we echt koud hebben in zuid oost azië. Het is bijna 6 uur's ochtends en we zijn al ruim 2 en een half uur aan het klimmen vanaf het advanced base camp om de top van gurung rinjani te bereiken.


21 uur eerder begonnen we aan onze driedaagse tocht op de vulkaan mount rinjani. Met een groep van 6 toeristen (een zwitsers stel, een duits stel en wij) 4 dragers (half held, half gestoord) en onze gids Jack (goochelaar, entertainer, muziekant, talenwonder en bezorgde moederkloek) zouden we tocht gaan maken.


De eerste dag begon met een rit met de auto (04:30 uur opstaan!) naar het basiskamp ten oosten van de vulkaan. In de auto kennisgemaakt met onze reisgenoten en sfeer was meteen prima. Relaxte lui met de nodige wandelervaring, dat zat wel goed dus. Doel van de eerste dag was het bereiken van de kraterrand op 2630 meter hoogte. De route begon glooiend, maar werd steeds steiler. Op ongeveer 1800 meter liepen we de wolken in en was het gedaan met het mooie uitzicht. Tegen 15:30 bereikten we het advanced base camp (abc) op de kraterrand waarvandaan we de volgende ochtend de toppoging zouden gaan doen. De dragers waren daar al klaar met het opzetten van het kamp (tenten stonden al klaar voor ons) en waren bezig met het bereiden van het eten. Volgens gids Jack hadden we het snel gelopen en had ie het best zwaar gehad om ons bij te houden. Dat hij zelf de hele dag op slippers had gelopen vertellen we er maar niet bij... Om 18:30 was het tijd om de slapzakken op te zoeken en te dromen van de top.


Om 2:30 klinkt het vrolijk "good morning" en kruipen we met licht stijve benen de tent uit. Tijd voor een snel ontbijt met wat cornflakes en dan op naar de top. De wolken zijn 's nachts verdwenen en duizenden sterren begeleiden ons, samen met ons hoofdlampje, over het pad. Na twee uur stevig klimmen komen we op het lastigste gedeelte van de klim. Tot dan toe was het alleen maar afzien. Het psychologische effect van 3 stappen omhoog en 2 stappen terug glijden is eigenlijk nog het zwaarst, verder raak je alleen van te snel bewegen buiten adem. Bijna in een trance lopen we heel rustig stap voor stap omhoog. Begeleid door de opkomende zon bereiken we rond 6:15 uur, 22 uur na de start van de tocht in het dal, met de hele groep de top op 3733 meter boven zee niveau.


Opeens is al het afzien even vergeten en vieren we een klein feestje met de hele groep. De felicitaties en high fives vliegen in het rond en we nemen de nodige topfoto's van elkaar en van de hele groep. Het uitzicht over de krater, het hele eiland en zelf tot aan bali toe is fantastisch en met de opkomende zon wordt ook de temperatuur dragelijker. Na 20 minuten op de top beginnen we de afdaling richting abc voor ons echte ontbijt. Het losse gravel dat eerder tegenwerkte werkt nu heerlijk mee en we zweven naar beneden. We zijn allemaal verbaasd over de enorme afstand die we moeten afdalen, hebben we vannacht echt zo ver gelopen?


Na een stevig onbijt van dikke pannenkoeken en driedubbele boterhammen met thee of koffie (voor de energie drinkt dag haar thee met extra suiker en drinkt Koen z'n koffie met suiker) beginnen we aan de gevaarlijke afdaling naar de bodem van de krater. Het pad is steil en glad met een diepe afgrond de hele tijd vlakbij. Volgens Jack gebeuren hier de nodige ongelukken, zelfs met gidsen en dragers. Als onze dragers ons even later komen inhalen kunnen we ons dat wel voorstellen. Bijna rennend, met 25 kilo gebalanceerd in twee balen aan de uiteinden van een bamboe stok én ook nog op slippers komen ze voorbij stuiven. Half held, half gestoord, echt waar!


Op de bodem van de krater op ongeveer 2050 meter hoogte bezoeken we een warm water bron. Onze spieren zijn na de toppoging en de daaropvolgend afdaling aardig op en we nemen met veel plezier een duik in het warme water. Precies wat we nodig hadden. Na een half uurtje bijkomen in het heerlijke water hebben we gelunched aan de rand het vlakbij gelegen kratermeer. Wederom, en zoals bij iedere maaltijd die we op de berg hebben gehad, was het eten prima: heet, veel, energierijk en heerlijk van smaak. Vanwege het vroege opstaan leek deze lunch echter wel op een diner, en het vooruitzicht van het vervolg van de dag was pittig: de klim naar de kraterrand waar we zouden gaan overnachten.


Volgens Jack zouden we eerst een vlak stuk lopen langs het meer, zouden we daarna een uur zwaar moeten klimmen en zou het terrein daarna vlak zijn voor het laatste uurtje naar het kamp. Het zware klimmen klopte inderdaad, maar het vlakke stuk hebben we omgedoopt tot "Jack-flat" ipv flat, omdat ook dit behoorlijk, zeer zwaar klimmen was. Standaard antwoord van Jack op onze vragen hoe lang het steile stuk nog duurde was 20 minuutjes, wat al snel werd omgeoopt tot "jack-20-minutes" wat meestal rond de 1,5 uur duurt. Gelukkig kon iedereen, inclusief Jack, de lol hiervan wel inzien, en hadden we ons er al lang bij neergelegd dat dit een zware dag was.


Uiteindelijk werden we beloond met een prachtige kampeerplek op de kraterrand 2670 meter hoogte ruim boven de wolken en dus met super uitzicht op de zonsondergang. Loon na hard werken en om 19:30, na een heerlijke bak chicken curry riep ons bedje voor de volgende nacht op de berg.


De laatste dag stond in het teken van de afdaling naar de bewoonde wereld. Om 5:45 werden we uitgeslapen wakker en konden we nog wat mooie foto's maken van de zonsopkomst op de vulkaan. Nadat we ons ontbijt hadden verorberd en vooral beschermd tegen de nodige brutale grijze makaken die tot op een meter afstand kwamen om ons eten te jatten, begon de terugtocht. 5 uur lopen en 2000 meter dalen was het programma waarvan de eerste 2 uur steil en vervolgens 2,5 tot 3 uur "Jack-flat"


De afdaling ging voor en groot deel door het regenwoud op de noordelijke flank van de rinjani. Sommige paden waren redelijk glad en al snel werd het een sport om in zoveel mogelijl talen "hati-hati!" oftewel pas op/voorzichtig te zeggen. De tocht verliep redelijk vlot en tegen 14:00 bereikten we het dorpje waar de auto op ons stond te wachten voor de rit terug naar Senggigi. Terug in ons hotel kijken we moe maar voldaan terug op een prachtige tocht.


Op het moment dat ik dat schrijf zitten we op een ferry richting bali en proberen we de tientalle verkopers van fruit, water, T-shirts, sieraden etc. van ons af te slaan. De volgende halte van onze reis, de plaats Ubud op Bali, wacht. Met nog 10 dagen tot het vertrek van onze vlucht terug naar NL, komt het einde van onze reis toch langzaam in zicht. Maar nu eerst lekker relaxen en de spierpijn weg laten masseren op Bali!

2 Reacties

  1. Jans:
    10 oktober 2011
    Lieverds!

    Wat een avonturen allemaal weer! Als de dragers MIJ hadden kunnen dragen had ik het ook heel leuk gevonden, nu heb ik vooral heel veel respect voor jullie wat jullie allemaal hebben geklommen en gedaald. Ben onwijs benieuwd naar de foto's en de (nog uitgebreidere) verhalen...

    Ook hartstikke leuk, jullie berichtje op ons antwoordapparaat! Helemaal geweldig om jullie zo lekker vrolijk te horen... Wij waren er ook even tussenuit, weekendje Zeeland! Compleet weggewapperd, maar het was wel weer fijn.

    Nu écht uitrusten hè? ;-)

    Heel veel liefs!
  2. Annelies:
    11 oktober 2011
    Wat een verhaal. Jullie maken wel wat mee. Het is maar goed dat ik niet wist hoe gevaarlijk het was. Ben blij dat jullie weer veilig "geland" zijn. geniet maar van de laatste week.
    Annelies