Aan de lopende band

24 juli 2017 - Okinawa, Japan

Als parachutisten van de luchtmachtbasis hier vlakbij staan we klaar voor de grote sprong. Met een luid motorgeronk worden we vakkundig naar de juiste plek geleid. Van de gesproken communicatie snappen we niets, door het geluid, de drukte om ons heen en natuurlijk door de taal, maar het tikje op de schouder zegt genoeg. Als een mitrailleur worden we vlak achter elkaar afgevuurd en met een grote stap wagen we ons in de kolkende massa van water, lichamen en bellen. Na al dat rumoer is er opeens stilte en rust, alleen het zachte gorgelen van onze adembellen is nog te horen. 10 meter onder de boot geven we elkaar snel een OK-teken en laten we ons meeslepen door de stroming. Klaar om op jacht te gaan naar groot wild tijdens een mooie driftduik.

Onze vlucht van Kansai naar Okinawa verloopt soepeltjes. ‘s Ochtends vroeg met de trein naar het vliegveld en vervolgens vlug en georganiseerd inchecken en instappen. Het strak georganiseerde van de Japanners begint erg te wennen en iedere afwijking valt ons direct op. Dat de deuren van de gate een paar minuten later dan gepland open gaan leidt zowel bij ons als bij onze mede passagiers tot een zacht gemompel en verbaasde blikken. Dat wordt zo meteen weer even wennen in Nederland.

In het vliegtuig blijken wij de enige te zijn die gekozen hebben om 1000 jippies extra uit te geven voor extra beenruimte bij de nooduitgangen. Achteraf best te verklaren met alle kortgebeenden hier, maar toch raar om de bij ons meest gewilde plaatsen geheel leeg te zien. Met gestrekte beentjes en een opgevouwen slapende Dag waren we vlug op Okinawa.

Ons verblijf in Naha begint met een redelijke klap in het gezicht. Waar wij na 2,5 week wel dachten te zijn gewend aan de warmte, is de 34 graden, verzengende zon en 80% luchtvochtigheid toch een redelijke aanslag op onze poriën. De hele ochtend in de airco van hotel, trein en vliegtuig helpt niet en voor we het weten zijn we doorweekt van het zweet op zoek naar vervoer richting Hotel. De invloed van de Amerikaanse aanwezigheid is echt te merken in Naha. De stad (en eigenlijk het hele eiland) is ingericht op de auto, en het OV bestaat enkel uit een aantal buslijnen één monorail lijn en natuurlijk twee welgetrainde benenwagens.

“Tomorrow?” Licht onbegrepen worden we aangekeken door het meisje achter de balie. Ja inderdaad, we willen graag duiken, en als het kan morgen al. Het geplande Japanse bestaan staat opeens ter discussie voor de medewerkster van het duikcentrum en koortsachtig overleg volgt. Gelukkig blijkt een wat norse instructeur iets flexibeler dan zijn blik voorspelt en als ik mijn Divemaster brevettering toon gaat het allemaal ineens wat soepeler. We mogen de volgende dag mee met de boot naar de Kerama-eilanden. Bij het invullen van onze afmetingen voor de juiste maat huurspullen wordt regelmatig verbaasd gekeken (zowel bij lengte als bij schoenmaat en bij gewicht…) we zijn nou eenmaal niet van die ukkige, ielige Japanners die ze normaal zien…

De volgende ochtend vroeg worden we opgehaald bij het hotel en via de supermarkt (iedereen koopt zijn eigen lunch) belanden we in een van de havens van Naha, een flinke duik-toerboot ligt klaar, compleet met groot duikplatform achterop en een bovenverdieping voor het befaamde deksletten, zowel in de schaduw als de zon. Als ziet er prima onderhouden uit en de instructeur die ons zal gaan gidsen zet alles snel en efficiënt klaar, een prima voortekenen voor een goed georganiseerde duikdag.  

De boot loopt vervolgens verder vol met ongeveer 20 Japanse duikers en snorkelaars, de een heeft een nog grotere onderwatercamera bij zich dan de andere. Wij blijken uiteraard de enige niet-japanners op de boot en het beperkte Engels van onze gids blijkt ook het beste Engels op de boot te zijn.

Voor de eerste duik krijgen we twee zinnen te horen: “suit up for dive”, en vervolgens: “from boat three kick and wait under; 10 meters” oftwel, spring er maar in en wacht op elkaar op 10 meter diepte. Zo gezegd, zo gedaan en na een stijlvolle commandosprong dalen we samen af en worden we al snel vergezeld door onze gids. Zo begint vrij soepel onze eerste duik in Japan. We worden verwelkomd door een flinke pijlstaartrog die onder ons door zwemt. Het zicht is prima en we zien veel koraal en ook veel vis op en rond het rif. Na 45 minuten bellenblazen beginnen we aan de opstijging en we maken onze veiligheidsstop op het rif onder de boot. Een heerlijk duikje om in te komen en om te wennen aan onze gids. Het communiceren onder water ging zoals verwacht een stuk makkelijker en dus lekker genieten onder water.

Duik twee begint met dezelfde procedure en al snel liggen we weer bellen te blazen bij het rif. Onze aandacht wordt getrokken door twee andere duikers die samen met ons te water zijn gegaan en daar zien we onze eerste Okinaweese schildpad. Na dit natuurlijke koekblikje wat beter te hebben bestudeerd krijgen we de smaak te pakken en al snel spotten we zelf nog twee paddo’s! Deze duikplek heeft wat meer stroming en we zien ook wat grotere vis, waaronder een paar flinke unicornfish en een paar grote amberjacks. Daarnaast zien we uiteraard ook veel klein rifspul. Lekker genieten van dit mega-aquarium! Tijdens onze safetystop begint ons maagje flink te knorren en aan boord duiken (hehe) we op onze gekochte lunch: en box met de nodige hapjes en hoopjes met rijst en ook nog per persoon twee in nori gewikkelde rijstdriehoekjes met vulling. Vooral die driehoekjes eten we de afgelopen weken regelmatig als lunch of tussendoortje, erg lekker en makkelijk mee te nemen.

Voor duik drie krijgen we een extra instructie: “this: driftdive” lekker de stroming in dus. Na onze lancering cruisen we op de stroming mee over het rif. Op de plek waar we duiken komen twee stromingen bij elkaar en verzamelt zich veel leven. Helaas laat het echte grote werk zicht niet zien, maar een paar grote Trevallys en wederom de nodige schilpadden gecombineerd met de stevige stroming maken dit weer tot een spectaculaire duik. Terug in het hotel komen we er achter dat de zon hier toch redelijk onvergeeflijk is. In de korte tijd in de zon tijdens de lunch, en ook tijdens de terugvaart heeft vooral Dag een aantal nieuwe kleuren rood uitgevonden op haar rug en buik. We hebben de after sun dus net voor niks meegenomen zullen we maar zeggen.

We zijn na ons dagje duiken in de bus gestapt en verkast richting Nago, ongeveer halverwege het eiland Okinawa. Hier gaan we verder op zoek naar de geneugten van het eiland leven in de subtropen: strand, blauw water, misschien wat kajakken en als het echt moet nog een duikje hier of daar. Maar dat lezen jullie vast later wel weer! 

Foto’s

2 Reacties

  1. Tante Truus en ook Gerard:
    24 juli 2017
    Kijken jullie wel een beetje uit voor kogelvissen?
  2. Frans:
    25 juli 2017
    Mooi verhaal weer hoor, hebben jullie zelf nog foto's gemaakt onder water?