Lekker gegeten, maar wat…?

20 juli 2017 - Okinawa, Japan

De benen verzuren, en op ons tandvlees leggen we de laatste meters af. Het zweet gutst in straaltjes over onze nek, maar we gaan het halen. De laatste bocht, en een fris windje geeft ons de kracht om ook dit obstakel weer te overwinnen. Enkel het commentaar op ‘de Belg’ ontbreekt nog om onze eigen touretappe over 3 ‘cols’ compleet te maken. Echter geen Pyreneeënpukkels of Alpenhobbels voor ons, maar een aantal gigantische bruggen die de eilanden bij Onomichi verbinden. Als beloning kijken we kilometers ver over de vele eilanden in de Hiuchi-nada zee. Oftewel, we hebben weer eens gefietst…

Na de drukte in Kyoto zijn we voor een paar dagen neergestreken in het rustige havenstadje Onomichi. Overal is duidelijk te merken dat dit stadje veel minder gericht is op niet-Japanse toeristen. Bij de plaatselijke tourist-info krijgen we nog wat Engelstalige informatie, maar verder moeten we het met ons beperkte Japans en veel handen en voeten, glimlachen en buigen redden. Gelukkig is iedereen erg behulpzaam en komen we er bijna altijd wel uit.

Na het droppen van onze grote backpacks in een bagagedepot op het station zijn we maar direct het stadje gaan verkennen. We nemen het relaxen na de bonte avond in Kyoto serieus op en besluiten de kabelbaan naar boven te nemen en vervolgens te voet af te dalen. Voelt een beetje als valsspelen, maar we weten dat we ons moeten sparen voor de koninginnenrit van morgen. Heel relaxt lopen we tussen de tempels door het stadje weer terug in en gaan opzoek naar vervoer richting de Ryokan waar we vannacht verblijven.

Een half uurtje bussen later stappen we uit in een buitenwijkje van Onomichi. Een beetje zoekend lopen we uiteindelijk de Ryokan binnen en worden hartelijk ontvangen. Daarna volgt het vaste ritueel van schoenen verwisselen voor binnenslippers (altijd 3 maten te klein) en vervolgens op die slippers de trap op balanceren met een te zware tas… dit keer overleefd zonder beren-bel-actie van Dag…

Zoals een ware Ryokan betaamd hadden we de beschikking over een traditionele kamer met tatami matten, een tafeltje op minipoten en een tweetal kussentjes op de grond. Onze bedden (twee dunne futons) lagen opgevouwen in de hoek. Verder een airco en een lamp beide met afstandsbediening maakten de inrichting af. Uiteraard was de kamer wel voorzien van twee mooie kamerjassen. Op de gang was het gedeelde toilet met uiteraard speciale toilet-slippers, netjes wisselen bij de ingang dus.

Onze fietsdag begon met wat tegenslag. We werden wakker met een flinke bui en ook de weersvoorspelling liet veel komende buien zien. Na zo veel dagen met prachtig weer die we hebben gehad kan het ook wel eens tegenzitten. Als echte Hollanders laten we ons natuurlijk niet kisten en we zijn toch richting het stadje afgereisd, met regenjassen en paraplu’s in onze tassen. Na een uurtje rondlopen en koffiedrinken klaarde het gelukkig toch op en in no-time hadden we ons uitgerust met de twee grootste mountainbikes die we konden vinden bij de fietsverhuur.

De rest van de dag hebben we uiteindelijk toch met heerlijk weer kunnen fietsen over de diverse eilanden en HOOOGE bruggen die de eilanden verbinden. Af en toe een beetje opletten (links rijden!) en af en toe een beetje afzien met een paar pittige klimmetjes in de brandende zon, maar het was echt genieten op de fiets. We hebben zelfs al het eerste strand gespot inclusief zwemmende Japanners, wat onze zin in een beetje strandvakantie op Okinawa nog meer opwekt. 

Uiteindelijk sloten we de tocht af met een relaxt boottochtje terug naar Onomichi. Bij het inleveren van de fietsen wees de verhuurder onheilspellend naar de lucht en tien minuten laten begon het te plensen. Weer prima getimed dus.

Na de inspanning van deze dag was het tijd om de buikjes te vullen. We hadden gelezen dat Onomichi bekend staat om een bepaald soort Okinomiyaki en dat leek ons wel wat. Inmiddels zijn we wat bedrevener geworden in het lezen van de lantaarns buiten de verschillende restaurantjes en vonden we een paar restaurants die dit serveerden. We kozen uiteindelijk voor een klein tentje waar een aardige dame ons met wijzen en een klein beetje Engels door de menukaart heen hielp. Niet precies wetend wat we bestelden wezen we maar iets aan wat ons lekker leek. We kregen beiden een dampend bord met iets dat op Okinomiyaki leek voor onze neus. Het smaakte heerlijk, maar wisten van sommige onderdelen niet precies wat het was. Op de terugweg naar de Ryokan besloten we maar dat we het ook niet hoefden te weten en dat we heerlijk hadden gegeten.

Het grote voordeel van onze Ryokan is dat we vrij gebruik mogen maken van de Onsen, het badhuis gevoed door een natuurlijke warmwaterbron. Het badderen hier is een uitgebreid ritueel, wat we na een dag van zweten op de fiets goed konden gebruiken. Na kort afdouchen neem je op een klein krukje plaats (5 op een rij voor een grote spiegel) een geef je jezelf een flinke schobbeurt met sop en het kleine handdoekje dat je als het goed is meegenomen hebt. Bij dit poetsen geldt: hoe meer gekreun en geproest, hoe beter. Je kunt daarbij de douchkop gebruiken die aan de muur voor je hangt, maar mijn badgenoten gaven allemaal de voorkeur aan het vullen van de kleine plastic wasteiltjes en deze dan over jezelf heen gooien. Vervolgens een assortiment warme (zeg maar gerust gloeiend hete!) en koude baden en ook een sauna met een hele hoop watervernevelaars aan het plafond. Ze houden hier klaarblijkelijk van een wat hogere temperatuur…

Gepoetst en geschrobd en weer lekker fris ruikend doken we ons bedje in, klaar voor de tocht naar Osaka. In een kleine 2 uur scheurden we de volgende ochtend met de Shinkansen naar Osaka. Een korte tussenstop om vervolgens door te vliegen naar Okinawa. In Osaka konden we mooi nog twee zaken van onze Japan bucketlist afstrepen. Allereerst Kaitenzushi, oftewel sushi van de echte lopende band. Al bordjes stapelend hebben we een heerlijke lunch bij elkaar gescharreld van de alsmaar langskomende lekkernijen. Natuurlijk tonijn en zalm, maar ook verschillende andere visjes, garnalen en inktvis. Het blijft toch genieten die sushi hier.

Voor het avond eten stond nog een andere plaatselijke lekkernij op de emmer-lijst: Kushikatsu!  Dit is een soort kruising tussen Yakitori (spiesjes) en Tempura (van de plaatselijke frituur). De gepaneerde, gefrituurde spiesjes krijg je dampend heet opgediend en hoor je, alvorens ze te verorberen, in een grote bak dipsaus te dopen. Dubbel-dopen is uit den boze, aangezien de dipsaus doodleuk voor de volgende gasten weer wordt gebruikt. Erg lekker en hier hebben we ook weer eens wat groente gegeten, aangezien we hier verder voornamelijk rijst en vlees/vis met saus eten. Als aanvulling op dit wat vitaminearme dieet, zijn we de afgelopen weken ook aan de vitamine pillen gegaan.

Het slot van dit verhaaltje schrijf ik op 9500 meter hoogte met naast me een uitgetelde Dagmar die geheel in haar eigen vliegtuig-stijl op een tafeltje ligt te slapen. We zijn dus onderweg naar Okinawa, waar we de komende dagen lekker willen gaan relaxen, duiken en bijbruinen. Daarvandaan komt vast weer de volgende update!

2 Reacties

  1. Bregt:
    20 juli 2017
    Nice jongens! Duiken! Is dat een beetje te doen daar? Wij lagen afgelopen weekend nog in het Grasbroek. Toch een afknapper na Lombok ;-). Have fun!!
  2. Tante Truus en ook Gerard:
    20 juli 2017
    Ik wacht nog steeds op verslag van een bezoek aan de plaatselijke sumo club...